bubblesnaarmarokko.reismee.nl

Sidi Ifni- El Quatia

Maandag 19 november:Vanmorgen begon de dag weer droog, we hebben ingepakt en toen we de camping afreden werden we getrakteerd op een enorme hoosbui. Daar ze op veel plaatsen in Marokko geen afvoerputten hebben stonden gelijk veel straten blank en zijn sommige straatjes tijdelijk kleine riviertjes. Mogelijk door de hevige regenval was het niet druk op de weg. We reden door een wat saai vlak landschap naar het zuiden, dan vanaf Tiznit bergachtig naar de kust. De zee had een flinke golfslag en eigenlijk wilden we bij Leghzira naar de natuurlijk gevormde rotsboog op het strand gaan kijken. Oorspronkelijk waren er twee door erosie gevormde bogen, maar een ervan is een paar jaar geleden ingestort. Helaas weer een stortbui, dus zijn we doorgereden naar Sidi Ifni, waar we nu op een camping staan. Sidi Ifni is een kleine vissersplaats die pas sinds 1969 definitief tot Marokko behoort. Voordien was het een spaanse enclave en een aantal gebouwen doet aan de Spanjaarden herinneren. Verder is het stadje niet al te best onderhouden: vergane glorie.

Dinsdag 20 november:Er liggen hier drie campings op rij, alle drie de campings hebben minder dan 10 klanten, de overwinteraars moeten nog komen. We zijn via een pad langs het strand op weg gegaan naar de haven, maar dat was een beetje ver lopen, dus zijn we via de straatweg weer teruggelopen. In een zijstraat werd gevoetbald door opgeschoten tieners. Midden op de weg 2 handbaldoelen. Na de lunch werden de doelen op de stoep gelegd en was de weg weer vrij voor verkeer. Toen we goed keken zagen we dat de gemeente ook de belijning van een minivoetbalveld op de weg geverfd had, keurig met middenlijn en doelcirkel. De zon scheen vandaag en er stond nagenoeg geen wind, dus besloten we te lunchen op een terrasje op de boulevard die Sidi Ifni ook heeft. We bestelden een omelet met brood en koffie, maar bestek kregen we er niet bij. Toen we moesten afrekenen kostte onze lunch 1 euro 20. 1 euro 20? Dat kan niet waar zijn vertelden we de ober. Hij telde nog een keer en toen kostte de lunch voor twee 2,5 euro. Onze allergoedkoopste lunch ooit.

Woensdag 21 november 2018:Vanmorgen zijn we op tijd uit Sidi Ifni vertrokken. Mooi 50 km door de bergen naar Guelmim. De weg slingert behoorlijk. Er wordt op diverse plaatsen aan de weg gewerkt en dan zijn er weer omleidingen via een zandpad. Dit is vast ons jaar van de slechte wegen en wegwerkzaamheden. Er groeien heel veel cactussen langs de weg; de bewoners zijn nog hun werkzaamheden aan het opstarten, hier en daar worden cactusvijgen in kisten geschud om langs de weg te koop aan te bieden. Na een uur rijden bereiken we Guelmim, even terug in de tijd: heel veel ezels met karretjes in de straat. Aan de Oostkant van de stad ligt een Marjane-supermarkt, daar is het nog rustig en hebben we even boodschappen gedaan. Dan op weg naar Tan-Tan Plage, ook wel El Quatia genoemd, 150 km zuidelijker. Als we Guelmim uitrijden springen er opeens kinderen voor de camper, net op tijd springen ze weer naar de kant en gooien een steen tegen de camper. We rijden nu echt door de woestijn, er loopt een kudde dromedarissen te grazen en na het volgende dorpje groeit wat hei en taaie struikjes, maar dat is het dan. In datzelfde dorpje staat een groepje demonstrerende vrouwen, ze zingen iets, maar waarover het gaat?? Na een tijdje wordt het bergachtig, maar er groeit nagenoeg niets en er liggen ook geen dorpjes, gewoon vele kilometers door het niets. Wel staan er hier en daar nog plassen water, het heeft ook hier kortgeleden geregend. Weinig verkeer op de weg, wel regelmatig bussen. Soms zitten er mensen langs de weg die wachten op een bus en soms is er een wat groener stuk met bewerkte landerijen. In een klein dorpje biedt men langs de weg diesel te koop aan in 5 liter waterflessen. Als we Tan-Tan binnenrijden is het eerste wat we zien twee grote witte kamelen op een rotonde en dan rijden we via een brede boulevard de stad in. Na de stad vervolgen we onze weg richting kust, het is tevens de weg naar Mauretanie. Dan bij de kruising naar El Quatia moeten we van de politie naar de kant, te hard gereden zegt de agent, hmm en nu? Tja 8 km te hard gereden betekent 150 dirham boete(15 euro), Het is niet anders, maar we willen we wel een kwitantie. Die krijgen we zegt de agent. Na de rijbewijs en paspoort gegevens genoteerd te hebben en de 150 dirham in ontvangst te hebben genomen krijgen we een keurig formulier waarop de boete en de overtreding genoteerd staan. Het is na enen als we in El Quatia op de camping arriveren. We hebben nu uitzicht op de zee. Door een poort kun je vanaf de camping naar het strand. Dat strand is tijdens eb vele meters breed, in de duin/struikrand voor het strand ligt erg veel vuil en glas, maar ook leuke schelpen. Er liggen hier 3 campings op rij, allemaal met maar een paar kampeerders.

Agadir

Vrijdag 16 november:Vannacht heeft het flink geregend, maar vanmorgen was het bewolkt maar droog. We zijn verder via de kustweg naar het zuiden gereden. Weinig verkeer op de weg. Ten noorden van Agadir wordt flink gebouwd, resorts en andere vakantieverblijven, heel de kuststrook wordt volgebouwd. Onderweg meerdere malen mobiele snelheidscontroles, die zijn er veel in Marokko.Ook zijn er vooral dicht bij steden vaak politiecontroles, maar toeristen mogen altijd doorrijden. Aangekomen in Agadir scheen inmiddels de zon bij een aangename temperatuur. De camping in Agadir gaat er snel op achteruit, kon je vorig jaar nog douchen, nu zijn de douches buiten gebruik. Er staan ook bijzonder weinig overwinteraars, misschien moeten die nog komen. Onze buurman is een Duitser van 82 met hond. De man waarschuwde onmiddellijk op agressieve toon dat zijn hond kleine hondjes niet mag en ze aanvalt. Ik heb hem verteld dat Bubbles gewoon aan de lijn ligt en dat dat zo blijft, maar hij bleef zeggen dat Bubbles niet in de buurt van zijn hond mag komen. Heb hem toen maar verteld dat Bubbles gewoon op onze plek aan de lijn ligt en dat dit een camping is en niet zijn tuin. Later bleek dat de Duitse hond een keer aangevallen is door een kleine hond. De man is voor het eerst in Marokko, maar het bevalt hem niet echt. Vanavond zijn we in de stad gaan eten en kwamen in het restaurant een Canadees tegen, hij liet ons een foto zien van een dikke laag sneeuw vandaag in Montreal.

Zaterdag 17 november 2018: Vanmorgen hebben we de was naar een wasserette gebracht en zijn naar de Carrefour supermarkt om boodschappen gegaan; onze voedsel voorraad moest nodig aangevuld worden. Bij gebrek aan een douche op deze miserabel onderhouden camping, maar gebruik gemaakt van onze eigen faciliteiten. Voor de rest een luierdag in een mager zonnetje. Onze 82 jarige Duitse buurman heeft een navigatiesysteem wat in europa perfect werkte, maar hem nu in de steek laat. Het kostte even om hem duidelijk te maken dat hij geen kaart van Marokko in het systeem heeft omdat hij landen buiten europa los moet kopen. Hij heeft geen idee hoe hij een kaart moet kopen of zijn systeem moet updaten. We hebben een grote expositie bezocht; National Crafts Fair. Het is een soort hele grote tentoonstelling van allerlei, vaak handgemaakte, producten (kleding, voedsel, lederwaren, sieraden etc) uit de diverse regio’s in Marokko. De tentoonstelling duurt een week en eindigt morgen. Er waren erg veel bezoekers, buiten zijn op een podium optredens van muziek/dans groepen. De was was om half acht vanavond klaar, gestreken, ook de handdoeken, gevouwen en geseald. We zijn gaan eten in een restaurant waar we al 15 jaar elk jaar komen en werden dan ook zeer enthousiast begroet door het personeel. Dit restaurant wisselt zelden van personeel, maar we misten toch iemand. De man bleek met pensioen te zijn gegaan op zijn zestigste. Als je baas meewerkt mag je blijven werken, anders moet je een nieuw baantje zoeken want het staatspensioen is 70 procent van het loon, in dit geval max. 250 euro per maand en dat is ook in Marokko veel te weinig om van te leven. We hebben heerlijk gegeten en waren net voor de regen begon terug op de camping. Er wordt de komende dagen veel regen voorspeld.

Zondag 18 november 2018:Het heeft weer een groot deel van de nacht geregend. Maar vanmorgen leek het droog te blijven, dus besloten we op de fiets naar de souk te gaan, 4 km verder. Een Francaise die in onze buurt staat wilde net vertrekken naar de bushalte om ook naar de souk te gaan. Maar besloot met ons mee te fietsen. De weg naar de souk is niet helemaal vlak, maar valt goed te doen, de francaise echter zuchtte en pufte en kwam niet vooruit. Helaas heeft het ook nog heel de heenweg geregend. De fietsen geparkeerd bij poort 2, onder wakend oog van een cigaretten verkoper. De Francaise vond dat maar niks. Ze zette niet haar fiets op slot, maar legde haar fietsmandje met een ketting vast aan de fiets. Haar man was politieagent geweest en ze had geleerd niets en niemand te vertrouwen. Dat we haar verzekerden dat de man goed op de fietsen zou passen stelde haar niet echt gerust. We hebben de dame begeleid naar een koffietentje en haar daar achtergelaten, ze zou op eigen gelegenheid terug naar de camping komen was de afspraak. Het was druk in de souk, ook erg veel europeanen, veel meer dan voorgaande jaren, maar iets nieuws tussen de koopwaar hebben we niet kunnen ontdekken. Uiteraard hebben we weer heerlijke cocosmacaroontjes gekocht voor bij de koffie. Daarna terug naar de camping gefietst. De Francaise volgde meer dan een uur later, helemaal blij, ze had groenten en fruit gekocht en een francaise ontmoet die in Agadir woont. Ze was ook blij met de fietsbewaarder, die had ze met enkele dirhammen beloond. Kwamen we op deze tour al enkele alleenreizenden tegen, op deze camping staan wonderlijk veel alleenreizenden. Naast ons aan beide kanten een duitse man, een plek verder een oostenrijks/zuidafrikaanse vrouw, tegenover ons de francaise en dan nog een fransman wiens vrouw vorig jaar overleden is. Hij loopt een beetje met zijn ziel onder de arm. Heel de middag zijn er regelmatig buitjes gevallen, en er wordt nog meer regen voorspeld.

Safi-Sidi Kaouki

Woensdag 14 november 2018:Na een rustige nacht op de camperparkeerplaats in Oualidia hebben we de kustweg zuidwaarts vervolgd. De staat van de weg is over het algemeen niet echt goed, met name in sommige dorpen is de wegtoestand heel erg slecht, soms is er ook opeens een mooi geasfalteerd stuk. We hadden ergens gelezen dat in Lalla Fatna het uitzicht op de kust en zee heel mooi moest zijn, dus daar zijn we naartoe gereden. Op de parkeerplaats stonden 2 duitse campers die daar overnacht hadden. Hoewel er een ketting op de grond lag over de weg, was een parkeerwachter nergens te zien. Inderdaad een erg mooi uitzicht en na een kwartiertje hadden we het wel gezien. Inmiddels was de parkeerwacht verschenen en toen we weg wilden rijden gaven we hem maar de 5 dirham die op het bord aangegeven stonden. Een vriendelijke brede grijns met een mond met twee tanden was ons deel. De omgeving was erg groen, vast dankzij de regen van de laatste weken. Vervolgens zijn we gestopt in Safi, de stad van de pottenbakkers. De parkeerplaats in de pottenbakkerswijk was niet druk en we mochten parkeren op een strook voor bussen. Het was pas 11.00 en de winkeltjes waren nog bezig met opstarten. Er verscheen onmiddellijk iemand die ons naar de ovens van de pottenbakkers wilde brengen, dat aanbod hebben we vriendelijk afgeslagen. Na een rondje door het straatje met pottenbakkers zijn we naar de souk gegaan, op zoek naar de Portugese kathedraal. De vorige keer dat we in Safi waren was die niet open. Er is ook een Spaanse kerk, maar die is dichtgemetseld en dus niet toegankelijk. We raakten in gesprek met een man die zei dat hij visser was en voor een nederlands bedrijf had gewerkt. De Nederlanders betaalden goed. Hij bleef herhalen dat hij een goed mens was en het leuk vond om met buitenlanders te praten en geen geld wilde. Hij was inderdaad erg aardig en wist veel van de geschiedenis van Safi. Hij wees ons al kletsend de weg naar de Portugese kathedraal uit 1519. De toegangsprijs tot de kathedraal was nogal hoog, 50 dirham per persoon. De Kathedraal was grotendeels verwoest en er was nog maar een heel kleine ruimte te bezichtigen. Wij vonden de prijs veel te hoog voor wat we te zien kregen. Daarna wees de man ons op straatjes in het deel achter de souk en nodigde ons uit voor thee. Dat weigerden we beleefd en we bedankten hem voor zijn gezelschap. Toen bleek de man toch niet zo “goed”; Hij wilde ons Marokkaans geld als souvenir geven in ruil voor 50 eurocent. We vertelden hem dat we helemaal geen euro’s hadden, daarna wenste hij ons een prettig verblijf in Marokko. Het souvenirgeld dat hij ons wilde geven had echter een waarde van 15 cent. Overigens waren de straatjes Spaans/Portugese stijl achter de souk wel leuk om te zien. Vanuit Safi zijn we verder naar het zuiden gereden. Door een ontzettend vieze fabrieks en visverwerkings wijk in Safi, vervolgens veel industrie en toen voorbij de nieuwe haven in aanleg. Daarna weer gewoon een landelijk beeld met veel zicht op de zee. We zijn geland ten zuiden van Essaouira, op een camping in Kaouki beach, via 11 km zandpiste omdat er aan de weg gewerkt wordt. De camping is pas een jaar oud en nog niet helemaal afgebouwd. Het lijkt ook meer op een grote parkeerplaats met grote parkeervakken en hoort bij een eveneens onafgebouwd bungalowcomplex. 7 bungalows zijn af en ingericht, worden ook verhuurd. Ze zijn mooi ingericht en best wel luxe. Het geheel wordt niet afgebouwd omdat het geld op is. Dat lijkt meer voor te komen, de Marokkaanse plannen blijken vaak vele malen ambitieuzer dan de rek in hun bankrekening.

Donderdag 15 november: Kaouki beach is een erg rustig voormalig hippie-dorpje met wat accommodaties en enkele restaurantjes. Er is ook een Marabout (mausoleum) maar dat wordt vooral in augustus bezocht door de berbers. Op het strand was het best druk voor dit seizoen, er zijn kamelen, paarden en quads voor een ritje over het strand, je kunt er surfen en kitesurfen. Er stond een stevige wind en dat was blijkbaar het juiste weer: op zeker moment waren er 10 kitesurfers actief, vooral west-europeanen. Het is een mooi kilometerslang breed zandstrand. Om 16.00 werd het zwaar bewolkt en haalden de verhuurders van strandstoelen met parasol snel hun spullen binnen. Het strand is redelijk schoon, maar de duinenrij ligt vol plastic en eenmaal buiten de bebouwing lijkt het wel een grote vuilstortplaats. Alles aan huisvuil wat je kunt bedenken is gestort langs de weg, er wonen dan ook heel wat wilde honden en katten. Hadden we de laatste jaren het idee dat de rommel beter werd opgeruimd, langs de kust en met name op deze plek is van opruimen helemaal niets te zien, lijkt de rotzooi berg alleen maar erger dan ooit. Op de camping komen regelmatig vis verkopers langs, gisteren wilde iemand ons een grote krab verkopen.

Oualidia

Maandag 12 november 2018: Het is in de nacht begonnen met regenen en het heeft bijna heel de dag geregend, een binnenzit dag dus. Er zijn weinig campertoeristen onderweg in dit seizoen, maar toch hebben we alleen in Cala Iris en bij de watervallen alleen gestaan tijdens een overnachting. We kregen vandaag weer nieuwe buren, een italiaan en een Engels Buscampertje. De engelsen bleken twee mannen, de een een ras engelsman, de ander een Marokkaan die 40 jaar in Engeland had gewoond, maar 12 jaar geleden was teruggekeerd naar Marokko. Ze waren altijd buren geweest en de twee maakten nu samen een rondreis Marokko en willen als het lukt nog doorreizen naar Senegal.

Dinsdag 13 november 2018: Het heeft nog bijna heel de nacht wat geregend, maar vanmorgen was het gelukkig droog en scheen de zon. We zijn via een erbarmelijk slechte kustweg 80 km naar het zuiden gereden, Aan de weg werd over vele kilometers wel gewerkt. De omgeving was in eerste instantie niet mooi, veel industrie, brandstof opslagtanks en een grote elektriciteitscentrale, maar daarna weer veel landbouw, heel veel velden met worteltjes, witte kool, bloemkool en mooie pompoenen. Natuurlijk ook weer de schapen en geitenkuddes en wat koeien. Opvallend veel groepen mannen pratend langs de weg. Tussen de weg en de duinrand heel veel waterbekkens. Oesterteelt? In elk geval is de oesterteelt erg belangrijk in Oualidia, onze eindbestemming voor vandaag. Oualidia ligt aan een mooie lagune. Oualidia heeft geen camping, maar een bewaakte parkeerplaats voor campers dicht bij de kust. Op die parkeerplaats proberen handelaren je vanalles te verkopen, de een is nog niet vertrokken of de volgende komt zijn koopwaar aanbieden, meestal vis. Een eigenaar van een rondvaartbootje komt zijn rondvaart over de lagune aanbieden, 10 euro voor een volledige rondvaart. Ali-met-de-witte-kist komt langs of te vragen of wij Tajine willen eten, die wordt dan door zijn vrouw gemaakt en bij de camper bezorgd, een maaltijd voor 100 dirham(ong. 10 euro). We hebben een Tajine besteld voor vanavond en zijn daarna naar de lagune en kust gewandeld. Een prachtige kust met duinen en rotsen waartegen de golven opspatten. Op het strand staan tafeltjes en stoeltjes die horen bij de mobiele restaurantjes; je kunt er vers gevangen vis eten die ter plekke voor je wordt gegrild op de bbq. Een heel apart gezicht. Het sezoen is duidelijk over, er zijn geen toeristen en de meeste restaurantjes en de paar hotels die er zijn, zijn gesloten. Toch hebben de strandrestaurantjes eters. Een man heeft zee egeltjes in een mandje en wil ons die verkopen, helaas hebben we geen interesse. Vreemd genoeg zagen we geen winkeltjes met toeristische prullaria.

El Jadida

Zaterdag 10 november 2018:De camping in Marrakech heeft enkele weken geleden na hevige regenval onder water gestaan, een groot deel van een buitenmuur is helemaal verwoest, voor de rest zie je weinig meer van de wateroverlast.We zijn vandaag vanuit Marrakech via de N1 naar El Jadida gereden. Weer een afwisselend landschap: woestijn met weinig begroeiing, heuvels en een deel groen en vlak. Overal landbouw, er werd flink gewerkt op de velden; geploegd met ezels of muilezels, soms op grote akkers werd geploegd met trekkers. Er werd ook gezaaid, meest met de hand. Een groot deel van het gebied na de woestijn werd bevolkt door herders met grote kuddes schapen en geiten, soms ook koeien, maar de hoeveelheid koeien per boer is beperkt en de koeien worden vaak vastgezet bij het groen dat ze mogen eten. Je ziet dan ook dat een grasland zeer systematisch kaalgevreten wordt. De regio oogt niet welvarend al staan er soms hele mooie huizen. Er werd ook weer van alles te koop aangeboden langs de weg: fruit, handtassen, grote watermeloenen, cactusvijgen.

In El Jadida zijn we per fiets naar het centrum gegaan, Er is nl een oud Portugees stadsdeel(fort) bij de haven met een Cisterne(waterkelder) die we graag wilden zien.

De Cisterne stamt uit 1541 en werd gebouwd door de Portugezen. Over de wallen van het Fort kun je lopen, Op elke hoek staan torens met kanonnen tussen de kantelen. Er is ook een kerk uit die tijd en een synagoge. De laatste twee zijn niet meer in gebruik als gebedshuis en waren vandaag ook niet open voor bezichtiging. Het stadsdeel binnen het fort is niet bijzonder, maar de Cisterne is wel waard om te bezoeken, de entree was wel wat duur, 6 euro voor buitenlanders, 1 euro voor Marokkanen. In de Cisterne kwamen we een Canadese dame tegen, zij was met een cruiseschip in Casablanca en van daaruit per trein naar El Jadida gekomen. Zij moest om 23.00 weer terug zijn op het schip. Vanuit de muren rond het fort heb je uitzicht over zee en de stad. Op de muren kwamen we een Nederlander tegen die vrijwilliger is voor PUM. PUM is een Nederlandse vrijwilligersorganisatie die zich richt op duurzame ontwikkeling van het midden- en kleinbedrijf in ontwikkelingslanden en opkomende markten. Hij was in gezelschap van een Marokkaan en samen probeerden ze de paar grote veeboeren die er zijn de melkproduktie wat te laten vermeerderen, de hygiene te verbeteren en kleine kaasmakerijen te beginnen, maar dan moet er wel een afzetmarkt worden gevonden. Werk genoeg voor de PUM medewerker dus. Op de terugweg naar de camping mochten we in de buurt van het stadion niet verder fietsen, wel lopen over het trottoir. De hele omgeving van het stadion was verkeersvrij en er was erg veel politie op de been omdat er vanavond een voetbalwedstrijd is.

Zondag 11 november 2018:De gemeente camping in El Jadida ligt dicht bij het centrum en bij het strand. Het is ook een mooi park met gras en bomen, maar niet zo goed onderhouden. Het sanitair echter verdient die naam niet. Gelukkig hebben we ons eigen sanitair. Douchen kan ook op de camping, tegen betaling van 5 dirham opent iemand dan een van de huisjes voor je en zet een stokoude huishoudgeiser voor je aan. De badkamer in de huisjes is opmerkelijk goed voorzien: een wasbak met spiegel en planchet, toilet, bidet en douche, en waarempel er komt zonder onderbreking heerlijk warm water uit de douchekop. Vanmorgen was het op het strand heel erg druk, wandelende mensen, en veel voetballende jeugd. Terug op de camping kwam er een jonge Marokkaanse naar ons toe en vroeg of we Duits konden praten. Ze wilde blijkbaar graag haar duitse spreekvaardigheid oefenen. Ze vertelde sinds 4 maanden duitse les te volgen omdat ze in Januari in Duitsland medische technologie wil gaan studeren. Ze sprak opmerkelijk goed duits na zo’n korte tijd les. Tegen vieren is de siesta voorbij en zijn we naar het centrum gegaan. Daar begon net de straatverkoop van vooral kleding en schoenen. De permanente marktkraampjes worden dan aangevuld met extra karretjes en uitgespreide lakens met spullen. Heel de stad lijkt wel aanwezig op de markt. Bij sommige kraampjes is het zo druk, dat het lijkt of alles voor niets is. De marktkooplui prijzen natuurlijk met luide stem hun koopwaar aan. Tegen zessen hebben we in een restaurantje voor 45 dirham per persoon een menu( frites, kebab en een enorme gemengde salade) laten inpakken om dat thuis op te eten. Met ons avondmaal goed verpakt zijn we over de boulevard teruggefietst naar de camping. Het strand was nu niet zo druk, maar op de boulevard was het heel erg druk met wandelende gezinnen, er staan veel snoepkarretjes en er zijn elektrische autootjes voor kinderen. Terug op de camping maar even de watervoorraad aangevuld en het vuile water afgevoerd. Er wordt voor morgen veel regen voorspeld, dan komt van die huishoudelijke karweitjes ook niks terecht. We hebben besloten hier te blijven totdat de regen voorbij is.

olijven

Vrijdag 9 november:Als we Ouzoud verlaten is het nog rustig, de toeristen komen pas na elf uur want de reistijd vanaf Marrakech is 3 uur. Marrakech is ook ons doel als tussenstop naar El Jadida. De weg vanuit Ouzoud is wel heuvelachtig, maar aanzienlijk vlakker dan de heenweg vanuit Beni Mellal. Ergens in de heuvels liggen een dode moederezel met haar jong langs de weg, triest. Veel landbouw wederom en op zeker moment rijden we alleen nog maar tussen de olijfboomgaarden, de olijvenoogst lijkt nu pas te beginnen. We passeren een ontelbare hoeveelheid olijven perserijen, ze verkopen tevens olijven op sap in 5 liter flessen. Die flessen staan bij de reclameborden voor elk bedrijfje. Voor de perserijen liggen grote hoeveelheden olijven op een zijl. De persen bestaan uit een grote bak met daarin 2 op hun kant staande ronde stenen, De stenen draaien rond en zo worden de olijven uitgeperst, het sap loopt in een bak naast de pers.

We komen door twee grotere plaatsen waaronder Tanant waar honderden tieners de straat blokkeren, In tanant is de sfeer wat grimmig, er is geen politie en de volwassenen staan van afstand toe te kijken. Uiteindelijk gaan ze wel voor ons opzij, temeer daar er een toeterende vrachtwagen achter ons rijdt. 30 km verder weer honderden tieners die de weg blokkeren, maar daar zijn politie en leger aanwezig en kunnen we rustig doorrijden. Het blijkt dat de scholieren op deze manier protesteren tegen gewijzigde schooltijden. Omdat de wintertijd wordt afgeschaft heeft de overheid de schooltijden wat veranderd, de scholieren vinden dat daardoor hun biologisch ritme en de eettijden in de war raken???

Cascades d'Ouzoud

Woensdag 7 november:Na een koude nacht scheen weer op tijd de zon. Om 08.00 kwam de receptionist van de camping bij elk kampeermiddel een gratis stokbrood bezorgen. Na de overnachting afgerekend te hebben zijn we verder naar het zuiden gereden met als doel de Ouzoud watervallen. Best een pittige afstand, maar wij weten geen overnachtingsplek tussen Azrou en Ouzoud. We reden door een zeer divers landschap: vlak met land bouw en fruit, bergachtig met rotsen, bergachtig met naaldbomen. Deels vrij vlakke weg, deels bochtig en de laatste 45 km heel erg bochtig met veel hoogteverschil, maar prachtige vergezichten. Onderweg passeerden wij ook nog een stuwmeer dat maar half gevuld was. In een paar plaatsen waar we doorheen reden was weekmarkt, dus een enorme chaos en drukte op straat. In het centrum van M’rir werd de weg geasfalteerd, daardoor was er wat weinig ruimte voor het verkeer. Beide richtingen verkeer moesten een krappe 2 banen delen, dat ging niet goed. Er stond een auto geparkeerd op de tegemoetkomende baan, een bus kon er niet voorbij door de tegemoetkomende file. Uiteindelijk lieten de asfalteerders enkele auto’s over het nieuwe asfalt rijden zodat de bus verder kon. Een taxi was sneller en ging voor de bus stil staan. Patstelling en heel veel getoeter. Wat getrek en geduw en veel gebaren tijdens een opstootje bij de taxi, de chauffeur werd aangepakt. De asfalteerders werden ook wanhopig van de files van weerskanten en het gedoe en lieten een aantal auto’s waaronder ons over het nieuwe asfalt en tussen de asfalteermachines door verder rijden zodat het verkeer weer op gang kwam. Tegen vijven arriveerden we in Ouzoud, waar het echte toeristenseizoen ook voorbij is en alle parkings vechten om klanten, dus overal mannetjes die ons dwingend een richting aangaven. We waren op weg naar een parkeerplaats met voorzieningen bij een restaurant( restaurant Amalou) en vlak bij de watervallen, dus daar zijn we ook heen gereden ondanks de mannetjes op de weg. We werden onmiddellijk begroet door de parkeerplaatsbewaker, mochten zelf weten waar we gingen staan tussen de olijfbomen. Er is elektra en een hagelnieuw toiletgebouwtje. Het echte toeristenseizoen is voorbij werd ons verteld, dus rustig in het plaatsje.

Donderdag 8 november 2018:Op een blaffende hond na was het vannacht doodstil. Vanmorgen zijn we naar de waterval gelopen, je kunt naar de bovenkant en naar beneden, waar het water verder stroomt. Alles gaat via een geplaveid pad en trappen, heel veel traptreden tot onder de waterval, heel veel restaurantjes liggen er aan dat pad. Er zijn ook aapjes die je kunt voeren, pinda’s worden in de winkeltjes in de buurt verkocht. Door alle nevel van het vallende water was er vanochtend een mooie regenboog te zien. Onder aan de waterval kun je met een vlot nog dichter bij de waterval komen. De watervallen zijn de hoogste van Afrika en best de moeite waard om te bezoeken. We hebben ook een stukje het pad via de bovenkant gevolgd, maar dat is minder spectaculair. Het echte toeristenseizoen is over en het was ook niet echt druk bij de waterval, maar bij terugkomst op onze overnachtingsplek stonden er toch 13 toeristenbusjes die even na drie-en hun gasten weer lieten instappen en aan de 3 uur durende terugreis naar Marrakech begonnen. Elke avond komt er een oude Marokkaan thee drinken en een kaartje leggen of kletsen bij het restaurant. Hij heeft in de 70-er jaren even in Nederland gewoond en vervolgens tot zijn pensioen in Frankrijk. Zijn 8 kinderen wonen in Frankrijk. De man is 82, maar ziet er opmerkelijk fit uit. Vandaag trakteerde hij ons op koffie.

Naar Azrou

Maandag 5 november: Vannacht is het gaan stormen, maar het bleef droog. De zonsopkomst boven de zee was mooi om te zien, kort daarna verdween de zon achter de regenwolken. Toen we vertrokken in Cala Iris miezerde het een beetje. 40 km hobbelige zandpiste en toen een route Nationale, de N8 vanaf Tanguist naar Fez. De Weg loopt hoog door de bergen van het Rif gebergte en bestaat uit een ontelbare hoeveelheid haarspeld bochten. De wegkwaliteit was niet best, ongelijke stukken en gaten in het asfalt. Maar het ergste was de mist, dichte mist en regen, we hebben dus minstens 100 km in dichte mist gereden. Van de omgeving hebben we helaas niets gezien. Hier en daar was een rijbaan versperd door vallend gesteente en zand. In de paar dorpjes die we doorreden was de weg heel erg slecht en er stond veel water. Op een plek was heel de weg verdwenen, er was een modderige omleiding gemaakt en er werd aan reparatie gewerkt.

Heel het gebied straalt niet echt welvaart uit, ook hier werd veel geploegd met de hulp van een ezel, de akkertjes zijn veelal klein. Veel huizen zijn weliswaar van steen maar niet groter dan een dubbele container. Pas na Taounate werd de weg beter, was de mist opgetrokken en konden we doorrijden. Het lanschap is vlakker, de akkers zijn groot en je ziet veel meer moderne tractoren en landbouw werktuigen. Wel zijn grote delen erg nat, er lopen een paar rivieren door het gebied, nu echter netjes stromend binnen hun zomerbedding. We hadden 7 uur gereden over 220 km toen we in de stromende regen op de camping in Fez aankwamen. De camping is best druk, met name doordat er een grote reisgroep staat. Het is een grote modderpoel en het was lastig een plek met harde ondergrond te vinden. Deze keer maar eens gaan eten in het parkrestaurant, dat viel niet tegen, ze serveren een aardige maaltijd voor een schappelijke prijs.

Dinsdag 6 november 2018: Gisteravond rond 21.00 stopte de regen en vanmorgen scheen de zon weer. Frisjes was het wel en de camping was nog steeds een grote modderpoel. Boodschappen bij de Marjanne en toen naar Azrou, 60 km zuidelijker. De weg vanuit Fes naar het zuiden is kilometers lang een 4 baans weg met een brede hoge betonrand tussen de beide rijrichtingen. Veel mensen hebben echter land of wonen in een dorpje langs deze weg, helaas is men vergeten kruispunten te maken. Als mensen dus naar links willen rijden moeten ze eerst vele kilometers de tegenovergestelde richting rijden tot ze ergens kunnen keren bij een rotonde. Dat is aan de meeste Marokkanen niet besteed en dus zagen we heel wat spookrijders. Onderweg naast de weg erg veel fruit en groenten stalletjes. In Ifrane, een skioord vallen ons altijd de Europees aandoende huizen op: van steen en met rode pannendaken. Wat ook opvalt is de vele dorps-sportvelden voorzien van kunstgras. Rond de middag waren we in Azrou, we wilden het dorp graag bezoeken, maar door de drukte ten gevolge van de weekmarkt was er chaos en geen parkeerplek te vinden. We staan nu op een prachtige camping, eurocamping genaamd. De mooie camping is onderdeel van een enorm hotelcomplex gebouwd door een of andere rijke Arabische magnaat of staat. Het complex is goeddeels ingericht, maar nooit in gebruik genomen, alleen de camping is operationeel. Zo te zien worden de tuinen goed onderhouden, we worden door een portier het terrein opgelaten. Er is nog meer bewaking aanwezig en iemand voor de receptie(de receptie is alleen in de ochtend even open?), sanitair heeft gebruikssporen maar alles werkt naar behoren. Voor de nacht staan we hier met 8 kampeermiddelen, niet slecht in dit seizoen en dan te bedenken dat hier ruim een week geleden een flinke hoeveelheid sneeuw lag en er een 100 km ten oosten van Fez een herder doodgevroren is in de sneeuw.